IIn Ruhrnachrichten.de|Dortmund 20 Mai 2013
OrgelKonzert in Wellinghofen/Dortmund 19 Mai 2013
Von Julia Gaß
Jan
Verschuren gibt Orgelkonzert in der
Heilig-Geist-Kirche 19 Mai 2013
WELLINGHOFEN Fantasievolle Klangwelten:
Der Niederländer Jan Verschuren spielte
Sonntagabend das traditionelle
Pfingstkonzert in der
Heilig-Geist-Kirche. Mit großer Hingabe
machte Verschuren den Abend zu einem
Höhepunkt der Kirchenmusik in
Wellinghofen. Von Julia Gaß
Jan Verschuren aus Leiden in den
Niederlanden spielte das traditionelle
Pfingstkonzert in Wellinghofen.
Jan Verschuren aus Leiden in den
Niederlanden spielte das traditionelle
Pfingstkonzert in Wellinghofen. (Foto:
Oliver Schaper)
Wer im Urlaub durch die stets stark
belebte Einkaufstraße der
Rembrandt-Stadt Leiden bummelt, kommt an
der Hartebrugkerk immer vorbei.
Jan Verschuren ist dort der erste
Organist, und es lohnt sich, in die
Kirche hinein zu gehen, und ihn an der
Orgel zu hören - wie das Konzert des
Niederländers am Sonntagabend in der
Heilig-Geist-Kirche in Wellinghofen
gezeigt hat.
Wegen des schönen Wetters war dieses
traditionelle Pfingstkonzert etwas
schlechter besucht als die anderen
Konzerte in der Wellinghofer Kirche.
Wer nicht da war, hat etwas verpasst:
Mit übergroßer Klangfantasie machte
Verschuren den Abend zu einem Höhepunkt
der Kirchenmusik in Wellinghofen.
Klar und linear
Einen ruhigen Einstieg wählte der
51-Jährige mit einer Fantasia von
Sweelinck, und dann zeigte er mit
aparten Registern in den Läufen im
Choral von Melchior Schmidt, wie
leistungsfähig die Stockmann-Orgel ist.
Klar und linear spielte Verschuren Bach,
Präludium und Fuge G-Dur sowie die
Sonate BWV 528, die am Schluss richtigen
Swing hatte.
Ein exzellenter Techniker ist der
Niederländer: Im John Stanleys
„Voluntary“ begeisterte nicht nur seine
abwechslungsreiche Registrierung,
sondern auch seine flotten, frischen
Tempi. Gewichtig und ebenfalls wieder
technisch höchst brillant klang die
Bearbeitung von Mendelssohns „Variations
sérieuses“.
Charakterstücke
Bearbeitungen sind bei diesem
Organisten, der so abwechslungsreich und
fantasievoll registriert wie wenige
andere, in den besten Händen. Die
„Mozart Changes“ von Zsolt Gárdonyi
waren kleine Abstecher in den Jazz, und
die Choralvariationen von Duruflé farbig
schillernde, faszinierende
Charakterstücke. Ein Ereignis.
Der Künstler Jan Verschuren
Der Organist Jan Verschuren stammt aus
dem niederländischen Leiden. Am Lemmens
Institut in Belgien sowie in Kursen zur
französischen Orgelliteratur in Tolouse
und Paris entdeckte er sein
musikalisches Talent.
Heute ist er Erster Organist an der
Hartebrugkirche in Leiden, an der
Universität Leiden und an der TU
Eindhoven.
Von Julia Gaß
Leidse Orgeldag 4 juni 2011
Door Hendrik-JandeWit
Hartebrugkerk
Het
concert in de
Hartebrugkerk
van Jan Verschuren bracht mijn orgelhart
op hol. Want wat een orgel heeft hij. En
wat een overweldigende akoestiek bezit
deze kerk op de kruising van de
Haarlemmerstraat en de Lange Mare. De
klank draagt tot ver. Dit is mogelijk
ook een gevolg van het indrukwekkende
gewelf dat door de vele insparingen het
geluid in de hele ruimte brengt. De
kracht en energie van het
Maarschalkerweerdorgel is het tweede
element dat het concert tot een heuse
belevenis maakte. Zeker in combinatie
van het repertoire van organist Jan
Verschuren. Vooral het werk van Andrew
Carter en Duruflé brachten mij als
luisteraar in extase. Muziek waarbij je
het idee hebt even de hemel aan te
raken.
http://hendrik-jandewit.nl/
Ik was overweldigd door het samenspel van organist en registrant. Ze toonden een uitermate goede samenwerking. Daar was ik ervan overtuigd dat met een sublieme registrant die orgel en organist tot in de haarvaten kent, dergelijke muziek tot ongekende hoogte stijgt. Organist Jan Verschuren is de opvolger van de in 2002 plotseling overleden Folkert Grondsma.
Het concert van Jan Verschuren begon met Bachs bewerking van Vivaldi’s concerto in C. De combinatie van orgel en akoestiek waren voor mijn oren erg wennen. Soms versmolten de snellere stukken zo sterk in de ruimte, dat het veranderde in een brei. De herhalingen speelde Verschuren tussen hoofdwerk en nevenwerk. Dat bracht weer een leuk effect teweeg.
Bij de werken van Andrew Carter (geb. 1939) en Maurice Duruflé kwamen organist, orgel en registrant in topvorm. Ik was onder de indruk van de romantische sfeer die Carters Aria opriep. De muziek zou zo uit een sentimentele film kunnen komen. Het tongwerk dat Verschuren gebruikte, de hobo/fagot van het nevenwerk, maakte het stuk nog melancholischer. De ruimte werkte bovendien extra stimulerend.
Andere
kant bij Carter
Het tweede stuk
van Andrew
Carter
Festal Fanfare
and Processional
liet weer een
andere kant van
het instrument
horen. Hier kwam
de trompet van
het hoofdwerk in
combinatie met
de octaaf 4 in
actie. Bij dit
muziekstuk
vormden organist
en registrant
een mooie
eenheid. Het
samenspel van de
2 overtuigde mij
dat een goede
registrant van
onschatbare
waarde is bij
het spelen
op een dergelijk
instrument.
Datzelfde viel bij het slotstuk ook weer op. In het prelude van de Prélude et fuge sur le nom d’Alain koos Jan Verschuren voor het hoofdwerk als begeleidend werk. Hierdoor kon hij geen aanspraak maken op de trompet en cornet voor de uitkomende stemmen. Nu klonken opnieuw de fagot/hobo en andere vulstemmen. De fuga is dan tenslotte een geweldig muziekstuk om naar te luisteren. De muzikale verwoording van de naam Alain maakt het tot een feest voor het gehoor.
Zodoende wist Jan Verschuren eenzelfde soort mystiek op te roepen als zijn voorganger Folkert Grondsma in 1996 opriep. Daarvoor leent de ruimte zich ook heel erg goed. Misschien dat de woorden boven de ingang Hic Domus Dei est et Porta Coeli, vertaald: Dit is het huis van God en de poort naar de hemel. De hemelpoort meende ik bij het concert van Jan Verschuren echt even te hebben gezien.
Hendrik-Jan de Wit.
______